Jazeker! Kijk bij je favoriete boek om de audioversie te vinden.
Lydia heeft voor kinderen ook allerlei voorleesfilmpjes gemaakt. Luister bijvoorbeeld naar Juf Waz Noenka op de vlucht.
Ik houd ervan in verhalen weg te kruipen, en dat kan met lezen het beste. Maar het verhaal van een ander loopt niet altijd af zoals je zou willen. Je eigen verhalen wel! Het voordeel is dat je dan zelf de baas bent.
Waarom schrijven zo leuk is, vertel ik in dit filmpje.
Ik heb eigenlijk nooit niet geschreven. Ik denk dat ik er (op mijn vijfde of zo) mee begonnen ben omdat ik merkte dat je met zelfverzonnen versjes en verhaaltjes succes kon hebben. Zodra ik kon lezen werd ik een boekenwurm, ik zat altijd in fantasiewerelden, die ik ook vaak zelf bij elkaar verzon.
Mijn broertjes wilden altijd graag verhaaltjes horen, soms schreef ik ook wat op en dan vroegen ze steeds om meer. En mijn juf in de tweede klas (groep 4) moest een keer lachen om een grappig verhaaltje dat ik verzonnen had, toen was ik enorm trots! Dus ik schrijf al zolang als ik me kan herinneren.
Toen mijn moeder een keer zei dat ik Paul Biegel een goede schrijver vond (wat ik zelf niet wist, ik lette nooit op schrijversnamen), besloot ik schrijver te worden. Alleen leek me dat heel moeilijk...
Tja. Geen idee. Er gebeurt iets of je ziet iets of je hoort iets, je mijmert er een beetje over door en opeens zit er een idee in je kop. Daar hoort een hoofdpersoon bij, waar ik het eerst over nadenk. En een eind, wat ik probeer voor me te zien. Als ik eenmaal begin, soms pas jaren nadat ik het idee kreeg, zie ik het verhaal voor mijn ogen alsof ik naar een film zit te kijken. Dan is het alleen nog maar een kwestie van opschrijven.
Ieder verhaal komt uit jezelf. Ook al weet je het niet, het gaat over iets waar jouw hart van gaat trillen.
Schrijver worden gaat eigenlijk vanzelf, als je als schrijver geboren bent. Dan speel je al als kind dat je een prinsesje bent of een roverhoofdman. Dan vertel je al van jongs af verhalen, en in je hoofd maak je van elke belevenis een verhaal. Natuurlijk lees je veel want je houdt ervan in andere werelden onder te duiken. En je hebt er behoefte aan je gedachten op te schrijven, misschien in brieven of een dagboek, misschien in verhaalvorm of in gedichten... zodat je meteen veel oefent.
En op een dag heb je iets geschreven waarvan je denkt dat het goed genoeg is om aan de buitenwereld te laten zien. Nou, dan begint de ellende, want dat denken wel meer mensen. Maar als je volhoudt... en als je goed bent...
Het idee waarmee je begint moet een lange adem hebben. De oplossing mag niet al te simpel zijn.
"Mama mag ik een hondje?"
"Ja!"
Dat is wel érg kort! Er moeten dus verschillende aanknopingspunten in zitten. Als er maar één verhaallijn is, wordt het saai.
Soms begint het met een schilderij. In dit filmpje vertel ik hoe dat bij mij werkt.
Als je heel veel leest, is schrijven niet zo moeilijk. Maar je moet natuurlijk wel je kop erbij houden. En ook niet op de automatische piloot gaan schrijven. Zoals in elk vak geldt: hoe meer je je best doet, hoe beter het wordt. Ik probeer mezelf altijd uit te dagen, dat wil zeggen: ik maak het mezelf moeilijk. En verder is het een kwestie van veel oefenen! Op een dag heb je iets geschreven waarvan ook een ander zegt: ja, dat is een verhaal!
Ik hou van historische boeken. Ook wel van fantasie, maar alleen als de personages echt tot leven komen, want dat vind ik het belangrijkste in een boek.
Mijn favoriete boek (van mijn eigen boeken) kan ik niet aanwijzen, want dan heb ik het gevoel dat ik er eentje voortrek boven de andere. Bovendien heb ik ze stuk voor stuk ooit het mooiste boek van de wereld gevonden: toen ik ze net af had.
Maar ik ben nog steeds dol op Erin de Enige, Een mond vol dons, Maanzaad, Weg van de Zon, Dans om het zwarte goud, Sprong in de leegte, Opgejaagd... op de Roosmarijn-boekjes (over mijn eigen dochter)... ach, als ik nu niet stop komen ze allemaal op de lijst te staan! En Marike uit de Vlinders-serie, zij lijkt op mij. Dus!
Met De ridders van Rosande heb ik mijn eigen lievelingsboek geschreven. Dat is het boek dat ik het liefste had willen lezen toen ik twaalf was. Alles zit erin: avontuur, liefde, vriendschap, verraad, kampvuren, gevaar en... mijn broers. Ook is Jorinde, de hoofdpersoon, een echte vriendin geworden. Het is namelijk zo dat als je een boek schrijft over een kind, dan gaat dat kind echt voor je leven. Het wordt een persoon (geen personage meer dus). En dat moet ook, want ook een lezer moet denken dat het over een echt mens gaat.
Bij kinderen (en juffen!) is Marietje Appelgat erg populair. Het boek is meer dan twintig jaar oud en er wordt nog steeds uit voorgelezen...
Mijn toptien van lievelingsboeken van andere schrijvers is:
De brief voor de Koning (Tonke Dragt),
Marijn bij de lorredraaiers (Miep Diekmann),
De gebroeders Leeuwenhart (Astrid Lindgren),
Kees de jongen (Theo Thijsen),
Pest (Henk van Kerkwijk),
Black box (Anna Woltz)
David ontdekt de wereld (Anne Holm),
Het teken van Wichart (Alet Schouten),
De zwarte stenen (Guus Kuijer),
Torenhoog en mijlenbreed (ook Tonke Dragt),
De hertesprong (ook Alet Schouten).
Mijn favoriete schrijfsters zijn dus Tonke Dragt en Alet Schouten. En dan hou ik nog heel veel van een Engelse schrijfster: Rosemary Sutcliff.
Deze boeken lezen en dan sterven... of nog niet natuurlijk.
De douche, het uitzicht op het IJsselmeer, mijn slaap, de afwas. Eigenlijk maakt het weinig uit, ik heb altijd ideeën, meestal zelfs te veel. Kijk maar eens!
Het helpt om oor te hebben voor de geheimen van anderen... en voor je eigen geheimen!
Ik heb altijd al willen reizen en boeken willen schrijven over andere landen. Het is zelfs zo erg dat ik af en toe een boek verzin louter en alleen om dan op reis te mogen naar een ver land. Voor Dans om het zwarte goud ben ik bijvoorbeeld naar Suriname en Ghana geweest. Voor Papegaaien liegen niet naar Nicaragua. Met mijn dochter verbleef ik zeven weken in een vluchtelingendorp in Colombia. Daarvandaan nam ik De ogen van de condor en luizen mee... En de boeken die ik met mijn man Mohamed Sahli schrijf, Brief uit Hollanda en Zoon van de souk, spelen in Marokko, waar we een huis hebben.
Schrijven doe je meestal alleen, maar er zijn uitzonderingen: met mijn broer Niels Rood heb ik thrillers geschreven voor volwassenen en één spannend boek voor kinderen: Voorgoed verdwenen.
Met mijn man Mohamed Sahli schrijf ik boeken over Marokko, waar hij geboren is: Brief uit Hollanda en Zoon van de souk.
Ook werk ik soms samen met kinderen. Met Mikail Altun, die toen elf was, heb ik Ali's oorlog bedacht. Ik leerde hem kennen als Schoolschrijver. Sindsdien heb ik op die manier ook de bedenkers ontmoet van Xinia's wraak (Jezennia Boateng), Justins rivaal (Jason Umotuni) en Didi's schuld (het verhaal van iemand die liever anoniem blijft).
Jenna zet door is geschreven naar een idee van Pauline den Hartog Jager.
Miss Dakloos is gebaseerd op de ervaringen van Jojo Matthews, die haar levensverhaal aan mij vertelde.
Sommige ideeën voor de Drakeneilandserie heb ik te danken aan lezers.
Een dag van mij? Ik sta langzaam op, ga in de zomer zwemmen in het Markermeer, ik wandel, ik fiets of ik lees uitgebreid de krant. Ik zit ongeveer om half tien aan mijn bureau. Dan beantwoord ik mijn e-mail en ga verder aan het boek waar ik mee bezig ben. Meestal heb ik tijdens het douchen, bij het wakker worden en zelfs in mijn slaap al bedacht hoe het verder moet. Ik zoek soms tussendoor dingen op op internet en in boeken en aan het eind van de middag, als de bramen niet toevallig rijp zijn, lees ik vaak nog iets dat te maken heeft met mijn verhaal. Dan ga ik koken (als mijn man het niet doet), eten, televisie kijken en naar bed. Saai he!
Alleen als een boek bijna af is, dan neemt het mijn leven over...
En van tijd tot tijd ga ik op reis om dingen te onderzoeken voor mijn boeken en dan beleef ik allemaal nieuwe, spannende dingen!
Als Schoolschrijver ontdek ik de verhalen van kinderen en kinderen ontdekken de wereld van het boek. Avonturen en gedichten, gedachten en verlangens zijn allemaal verborgen tussen twee kaften en... in je hoofd. Een Schoolschrijver tovert ze in een half schooljaar tevoorschijn.
Kijk hier hoe dat gaat.
Ja, ik heb een man, Mohamed, en een dochter, Roosmarijn. Over Roosmarijn heb ik ook kleuterboeken geschreven. Ik las de verhaaltjes altijd aan Roosmarijn voor. Als ze bij haar in de smaak vielen, waren ze goed. Met mijn man schrijf ik ook boeken, zoals Brief uit Hollanda en Zoon van de souk.
Ik heb Spaans gestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam, en Journalistiek in Utrecht. Ik heb ook als journalist gewerkt. Maar boeken schrijven leer je door te lezen, en ik was dus eerder schrijver dan journalist.
Ik heb een aantal (troost)prijzen gewonnen:
Zeker! Bovendien: met al die boeken van mij heb ik de HELE WERELD in mijn kast!
Hier! Op het eiland Marken... Maar dan honderd jaar later!
Ik kan uren zitten (liefst liggen) lezen, dus ik denk dat ik geen ADHD heb. (Toen ik jong was heette dat gewoon druk. Maar niemand zei dat over mij.)
Ik denk wel dat ik iets ADD-achtigs heb. Ik laat alles liggen, vergeet wanneer ik afspraken heb en ben slecht in praktische dingen. Dat komt ook doordat ik altijd met verhalen in mijn hoofd loop. En dat is in mijn beroep geen handicap!