Roosmarijn kan lopen en klimmen en praten. Ze kan ook voetballen en schommelen en tekenen.
Vroeger niet. Vroeger kon ze alleen maar zuigen. Op haar duim. Maar toen was ze nog klein. Ze wordt steeds groter. Ze kan steeds meer. Fietsen en schaatsen en lezen en schrijven. Dat leert ze allemaal. Wat ze nog niet kan, wil ze leren. Want dan... kan ze alles!
In dit boek staan alle verhalen over Roosmarijn. Van toen ze drie was tot ze acht wordt.
Roosmarijn is een kind met veel fantasie en gekke invallen. Lief, maar ook heel eigenwijs!