Marcel logeert in de zomervakantie bij zijn oom en tante. Hij verveelt zich nogal. Hij ziet door het raam de buurkinderen spelen, maar hij mag niet met hen omgaan. 'Dat is tuig,' zegt zijn oom. Maar ze zijn wel met iets fantastisch bezig: er staat een raket op het bouwterrein achter hun huis!
Op een dag ziet Marcel een man het terrein op komen die de raket eens van dichtbij wil bekijken. Hij gooit achteloos zijn sigaret weg en die rolt tot vlak bij de lont...
Dat is het begin van een reeks spannende avonturen en het eind van de verveling - hoewel het voor Marcel niet meevalt het vertrouwen van de buurkinderen te winnen. Ze denken dat hij aan de raket heeft gezeten. Maar ze moeten hem wel geloven als ze een man vinden die niet meer weet wie hij is en die geen papieren bij zich heeft - maar wel geld en een revolver.