Lydia Rood, schrijven uit Louter Lust - door André Oyen

Bijlage in de Vrijzinnige Lezer

Dat het boek nog steeds niet is bezweken in de concurrentie met televisie, video en computer, is te danken aan de werking van de verbeeldingskracht. Dat wat je niet ziet, stel je je voor. Het brein begint met invullen en aanvullen waar de waarneming ophoudt. En tot nu toe is zelfs de virtuele techniek er niet in geslaagd de individuele, binnenhoofdse verbeeldings-
kracht te overtreffen. Een boek is zo gezien altijd in het voordeel.
(citaat uit Lydia Rood, 'Niet geschoten, altijd raak' uit de bundel RAAK! Literair geweld, blz 74-75)

Diverse genres uit de literatuur vakkundig beoefenen is iets wat talent vereist. Lydia Rood beschikt over dat talent. In een hoog tempo publiceert ze kleuter-, kinder- en jeugdboeken, romans, kortverhalen, columns, geschreven portretten en thriller. Ze verzamelde niet alleen erotische verhalen van en voor vrouwen (Zusters in de zonde), ze schreef ze ook zelf. Louter lust is een bundel met erotische verhalen van haar hand waarin ze bewijst dat vrouwen heel opwindend en origineel over erotiek kunnen schrijven. Louter lust werd een overrompelend succes en daardoor werd de aandacht van de media en het grote publiek wel een beetje te veel van haar ander werk afgeleid. Het is natuurlijk heel sensationeel voor een journalist om in vette koppen uit te smeren dat Lydia Rood voor zeer uiteenlopend bladen zoals Viva, Sekstant en Playboy schrijft, maar het is wel injammer dat haar geëngageerde werk en haar onconventionele jeugdliteratuur onvermeld blijven. Nochtans boort Lydia Rood heel actuele onderwerpen aan die een weerspiegeling vinden in oersterke werken zoals Offerande, Het boek Job, Beter, dank je, Nframa, zwarte ster of Anansi's web. Het kan niet anders dan dat voor deze auteur schrijven over de dingen des levens louter lust is. Haar gedrevenheid, verontwaardiging, speelsheid en vitaliteit vonken uit elke bladzijde die ze ooit gepubliceerd heeft.

Biografie

Lydia Rood werd in 1957 in Velp geboren. Ze heeft een zusje maar ook vier broers wier levenswijze en taalgebruik ze veel boeiender vindt dan van de meisjes die ze kent. Ze komt uit een katholiek gezin en als oudste telg wordt er van haar verwacht dat ze een stichtend voorbeeld geeft. Maar dat is niets voor haar. Van kindsbeen af verzet ze zich tegen enge normen en beperkingen van haar vrijheden, het is een levensvisie die zich later uit zal breiden tot verzet op alle fronten tegen beperkingen van de menselijke vrijheid tout court. Ze is heel leergierig en wil evengraag alles over poppenhuizen weten als over voetbal. Maar ze leeft eigenlijk in een overwegend jongenswereld. Dat neemt niet weg dat ze zich niet benadeeld voelt wanneer aan jongens gewoon door hun sekse automatisch prioriteiten verleend worden. Ze is zelf best tevreden over haar eigen sekse en vindt die op zich volkomen gelijk aan die van jongens. Heel haar jeugdige rebellie zal ze later in haar oeuvre verwerken.
Schrijven is van kindsbeen af een grote droom van haar, want dan kan ze immers alles laten gebeuren zoals zij het zelf wil. Rond haar vijfde jaar doet ze trouwens een niet onverdienstelijke poging om een gedicht te schrijven.
Ze wil ook de wijde wereld in als ontdekkingsreizigster, stewardess of desnoods als non! Na het lyceum gaat ze in 1975 Spaans studeren aan de Universiteit van Amsterdam en journalistiek in Utrecht.
Haar eerste jeugdboek, Een geheim pad naar gisteren, verschijnt in 1982 en in 1984 studeert ze af als journaliste en word eindredacteur buitenland bij de Volkskrant. 1985 is een belangrijk jaar want ze wordt eveneens redacteur binnenland bij de Volkskrant en tevens ziet haar dochter Roosmarijn, over wie ze verschillende kleuterboeken schrijft, het levenslicht. In 1988 behaalt ze cum laude haar doctoraaldiploma Spaanse taal en Letterkunde en in 1991 kiest ze definitief voor het schrijverschap maar blijft nog freelance journaliste voor onder meer de Volkskrant, Marie-Claire, Elle, Playboy, Viva enz.
Met haar broer Niels begint ze in 1990 onder de auteursnaam Rood & Rood aan een serie thrillers waarvan Eenling de spits afbijt.
Voor haar jeugdboek Maanzaad krijgt ze in 1990 een Vlag- en- Wimpel en een ander jeugdboek, Een mond vol dons, wordt bekroond met een Zilveren Griffel. Van de bundel erotische verhalen Louter lust uit 1993 worden meer dan vijfenzeventigduizend exemplaren verkocht en Het boek Job dat een jaar later verscheen kreeg unanieme lof van de pers.
Niet alleen in haar werk stelt ze alle onrecht en/of discriminatie aan de kaak, ook in realiteit doet ze dat. Zo protesteerde ze in 1995 op Tahiti tegen de Franse kernproven in Mururoa door voor een internationale pres haar billen bloot te geven. Samen met een Britse mededemonstrant werd ze daar 22 uur vastgehouden. Voor de zogenaamde 'blanke illegalen' kwam ze op door met hen in hongerstaking te gaan.
Schrijven is voor haar een manier om aandacht te krijgen en om gezien te worden. In een interview met Milou van Rossum voor HP/De Tijd (08/12/1995) zegt ze zelf: 'Ik daal steeds dieper af met mijn boeken, geef steeds meer van me zelf bloot. Ik vind het ook prettig als mensen veel van me weten. Dat is waarom ik schrijf. Dan ben ik veilig. Als iedereen me door en door kent, weet van alle mislukkingen en slechte kanten en als ze dan nog kiezen om met me door te gaan, kan ik nooit meer tegenvallen.'
Tot haar dertigste heeft Lydia Rood haar boeken voor haar moeder geschreven om aandacht te vragen van moeder, haar kleuterboeken schreef ze voor haar dochter en ga zo maar voort. Ze noemt zichzelf een fladderende geest die graag met verschillende dingen bezig is. Daar kunnen we inkomen want inmiddels heeft ze meer dan veertig boeken op haar naam uit een diversiteit van genres. Als het aan haar ligt zullen er waarschijnlijk nog dubbel zo veel boeken en dubbel zo veel genres bijkomen! (Bron: HP/De Tijd, 08-12-1995)

Haar Werk

Het werk van Lydia Rood is in alle opzichten normdoorbrekend. Een argeloos conservatieve lezer zal zich bij eender welk van haar werken de pleuris schrikken. Van haar kleuterboeken tot haar erotisch werk is Lydia Rood steeds recht voor de raap. Het kan haast niet, maar toch lijkt het of zij altijd in een reuzegoed humeur is en al fluitend haar boeken schrijft. Zelfs de ernstige boeken zoals Beter, dank je (1996) of Weg van de zon (1997) die beide een groot onbehagen en verdriet vertolken, worden net niet melo door die luchtige toot die altijd even om de hoek komt piepen. Haar erotisch werk zoals Louter lust, Gedeelde genoegens en Zoveel zinnen wordt nooit plat of vulgair omdat er toch altijd dat olijke is met een beetje giechelende humor dat knipoogt neer de lezer en elke interpretatie vrij laat. In haar columnbundel Zij haar zin, heeft ze natuurlijk alle remmen losgelaten en daar swingt ze werkelijk haar woorden op papier. Ik heb eens ooit drie boeken van haar in één bespreking moeten stoppen. Uiteenlopender boeken dan die drie kan je je niet voorstellen, want het ging hier om Ik kan, ik kan wat jij niet kan (een kleuterboek uit 1997), Weg van de zon (een geëngageerd jeugdboek uit 1997) en Zoveel zinnen (een erotische bundel uit 1997) en toch had ik geen enkele moeite om ze alle drie na mekaar te lezen en in een bespreking te verpakken. Want, iemand anders denkt daar misschien heel verschillend over, ik vond ze alle drie van buitengewone klasse en alhoewel elk boek een volledig andere thematiek en opzet had straalden ze toch alle drie die al eerder genoemde 'goedgehumeurdheid' van de schrijfster uit ook al kreeg ik van Weg van de zon een flinke brok in mijn keel. Nederland mag zich gelukkig voelen omdat het een auteur bezit die zulke ernstige onderwerpen op zo'n ongedwongen manier kan brengen. Haar werk heeft een onweerstaanbare charme die vooral kinderen zeer goed kunnen inschatten. Een jonge vrouw vroeg me eens of ik haar een prettig maar toch degelijk voorleesboek voor haar dochtertje, een wijsneusje van drie, kon aanraden. Ik tipte haar Ik kan, ik kan wat jij niet kan. Zowat een jaar later vroeg ik de dame hoe het nu afgelopen was met het voorleesboek. Dochtertjelief had mama bijna onder druk gezet om de bibliotheken af te schuimen op zoek naar meer 'Rood-leesvoer' en moeder én dochter hadden samen schaterend genoten van Marietje Appelgat en haar vieze vrienden (1994) en Een dag uit het rampzalige leven van Nippertje Bov, maar hadden toch ook wel de onderliggende boodschap om iedereen te accepteren zoals hij of zij is mooi meegepikt.
Elk boek van Lydia Rood, uit welk genre ook, betekent voor mij persoonlijk leesgenot tot in de finesse. Het is ongelooflijk hoe zij er al zoveel jaren in slaagt om in een ijltempo al de dogma's om de oren te slaan en de vooroordelen de grond in te boren. Mocht je door mijn overpeinzingen het gevoel krijgen dat het hier om 'fastfoodlectuur' gaat dan zou ik je toch aanraden om een van haar laatste werken Anansi's web (2000) te lezen waarin drie jonge mensen, een Nederlands meisje, een Ghanese jongen en een Surinaamse jongen samen op zoek gaan naar hun roots. Het is een uitermate boeiend werk, dat ook uit historisch, educatief en emancipatorisch oogpunt niet te versmaden valt, met een typische 'Lydia Rood-charme'.
Het totale oeuvre van Lydia Rood is in alle opzichten een frisse wind die door de Nederlandse Letteren waait.

Kleuter-, kinder- en jeugdliteratuur

In de kinderboeken van Lydia Rood tref je geen perfecte kinderen aan. Net zomin tref je er neurotische schepseltjes aan die wegkwijnen onder massa's grote-mensenproblemen. Haar personages zijn alledaagse kinderen met hun goede en slechte kantjes, maar of ze nu jongen of meisje zijn, ze beschikken wel allemaal over een hoog assertiviteitsgehalte. Roosmarijn, het personage uit Ik kan, ik kan wat jij niet kan (1997) is zeker geen modelkind of schoonheidsideaal in kleding van Petit Bateau. Het lijkt eerder een gezond, levenslustig kind, ook een beetje feministe in een notendop, dat we volgen in haar onconventionele wandel van haar derde tot haar zevende levensjaar. Roosmarijn is het type meisje dat we regelmatig terugvinden in het werk voor zeer jeugdige of jeugdige mensen. Zelfs in De stem van het water (1997), geselecteerd door de Kinderjury in 1998, dat eigenlijk een historisch gedramatiseerd werkje is wordt het hoofdpersonage Tijne, voor die tijd zeker, als een assertieve meid voorgesteld die in omgang met de andere sekse best haar vrouwtje weet te staan. Nippertje Bov, en Marietje Appelgat mogen dan niet moeders mooiste zijn en heel onhandig zijn of stinken, maar hun goed humeur verliezen ze niet en zichzelf uiteindelijk redden doen ze heus wel. Lydia weet heel goed personages te creëren. Biels uit Het huis van Biels (1994) is een heel grappige, eigenwijze jongen die zich door volwassenen niet om de tuin laat leiden, maar wel een spontane en warme relatie wil opbouwen wanneer er wederzijdse communicatie is.
Charley uit Lekker wakker (2000) is een bijdehands jong meisje dat twee mama's heeft die allebei bij de politie werken. En ook al heeft ze het reuzegoed bij haar twee mama's toch wil ze weglopen, al was het maar om de sensatie van het weglopen en het zwerven mee te maken. Hier haalt de auteur werkelijk een krachttoer uit, want door het ijzersterke personage van Charley ten tonele te voeren heeft ze sozieso haar jonge lezers in de ban die ze op deze manier de zo reële wereld van zwervers en prostitué(é)s kan tonen. Die wereld wordt op een heel gewone maar toch open manier getoond met personages die geen schrik inboezemen maar wel sympathie opwekken. Dit is de manier van Lydia Rood om de kinderen zo jong mogelijk het zogenaamd ongewone als gewoon te laten ervaren.
Zoals eerder vermeld is de jeugdige wereld van deze auteur niet altijd even hilarisch. Weg van de zon (1997) is een droevig boek waarvan je de titel voor waar zou kunnen aannemen als het geen 'Rood-boek' was geweest. Zij schrijft het boek met zoveel warmte en begrip voor ieders situatie dat het de lezer bijblijft tot het einde zijner dagen.
Het leesvoer dat Lydia Rood jeugdige mensen serveert is pittig, smakelijk maar dient af en toe wel eens herkauwd te worden om het te laten verteren.

Geschreven portretten

Lydia Rood is een van de vaardigste portrettenschrijfsters uit de hedendaagse literatuur. Daar bedoel ik niet alleen mee dat ze schitterende geschreven portretten in non-fictie maakt, maar ook haar portretten uit de fictie zijn levensecht. Een heel sterk voorbeeld hiervan is de moederfiguur uit de sociale roman Offerande (1995) Je ziet die vrouw zo voor je. Als je ze op straat tegenkwam zou je ze haast herkennen. Als je een gesprek met haar zou beginnen zou je haar sterke en zwakke punten herkennen. Ze bestaat nog altijd voor mij, die moeder, jaren na lezing van het boek.
Dat de personages van Lydia Rood zo sterk beklijven is te danken aan haar inlevingsvermogen maar vooral aan haar observatievermogen.
Naar aanleiding van de succesfilm Rain Man in 1988 maakte de Nederlandse televisie een programma rond een Nederlandse autistische man, Job Rood. Het programma kwam vrij goed over maar je bleef op je hanger. Zus Rood stilde die honger in 1994 door een literair portret van hem te maken, Het boek Job. dit is werkelijk een boek dat een niet-autist doet stil worden. Wie is Job, hoe denkt hij, hoe voelt hij, waarom sluit hij zich af? Heel langzaam opent zij een kiertje van zijn wereld en dan zie je Job zoals het voor hem onmogelijk was om zich voor de camera te tonen.
De Surinaamse Maureen lijdt helemaal niet aan contactarmoede. Maar ze is trots en eigenzinnig. Om een mooi literair portret van Maureen te bekomen verweeft ze in Maureen: een Surinaamse in Nederland (1998) geschriften van zichzelf en de Surinaamse tot één geheel. Lydia Rood laat geen enkele gelegenheid onbenut om doorheen een muur van arrogantie en zelftrots een warm mens te ontdekken. Maureen zou zich geen beter monument gedroomd kunnen hebben.

Romans en Kortverhalen

De sociale romans van Lydia Rood draaien meestal allemaal rond het thema 'erbij willen horen en er toch niet echt bij willen horen'. Dat geldt zowel voor het hoofdpersonage uit Offerande (1993), Beter, dank je (1996) en Nframa, zwarte ster (1999).
Persoonlijk vind ik Beter, dank je de meest literaire en ook haar sterkste roman. Het is een broos en teder verhaal dat opgebouwd is uit dialogen en monologen.
Op een kerstavond pikt een Nederlandse vrouw op de motor een jonge liftende Surinamer op. de vrouw is minstens tien jaar ouder dan de jongen. Toch neemt ze hem mee naar huis met de bedoeling er een intieme Kerst met een jonge minnaar van te maken. Maar de vrouw heeft nog te recente kwetsuren op haar ziel om zich ongeremd in de armen van haar kersverse minnaar te laten vallen. Ze zijn drie dagen samen, maar een echt hartstochtelijk samenzijn groeit er niet uit. Hij is jong, onervaren met vrouwen en zwijgzaam, zij voelt zich oud, is net in haar menstruatieperiode en is babbelziek omdat ze zich wil losmaken van het verleden en niet goed weet hoe ze een nieuw heden op moet starten.
Lydia Rood weet zeer goed de ontheemding van deze twee mensen te schetsen die zich passioneel in elkaars armen zouden willen storten maar stuiten op muren van niet verwerkte frustraties. Een buitengewoon knappe roman waarin de schrijfster duidelijk maakt dat mannen misschien wel anders met emotie omgaan dan vrouwen maar dat ze er evenveel last van kunnen ondervinden op beslissende momenten.
Nframa, zwarte ster is een heel ander soort roman maar ook hier is de gevoelswereld van een jongen die tot man opgroeit en ooit in Europa voetballer wil worden heel belangrijk. Lydia Rood geeft met dit boek een heel goed beeld van de situatie waarin Afrikaanse voetballers in een Europees land verkeren. In het geboorteland beschouwt men deze voetballers als melkkoeien waar eenieder zijn voordeel tracht uit te halen, zoals onder andere geld en roem. In het gastland zijn het stevige kerels met spierkracht waar alles wat er in wordt geïnvesteerd dubbel moet renderen. Nframa voelt zich vlees dat door de sportmensen om zijn spierkracht wordt begeerd en door fans om de mythe van de grote Afrikaanse penis. Meisjes dringen zich schaamteloos op omdat ze denken dat alle zwarte voetballers meteen een contract gaan krijgen en dan massa's geld gaan verdienen. Homomannen tasten deze jongens schaamteloos in het kruis omdat ze ook wel eens zo'n grote willen. Het is een schijnwereld waar maar heel weinig mensen echt van begrijpen dat deze jongens heel hard moeten werken voor kost, inwoon en wat zakgeld waar ze ook nog geld naar huis moeten sturen.
Nframa, zwarte ster is een heel vlot en boeiend boek dat leest als een trein waarin Lydia Rood op een heel directe manier een zeer actueel onderwerp aansnijdt. Zij spaart niemand om duidelijkheid te scheppen, noch het zwarte thuisfront, noch het blanke gastland.
Knappe en geëngageerde literatuur die je af en toe wel eens het schaamrood naar je wangen doet stijgen omdat je geconfronteerd wordt met herkenbare dingen.
Offerande opent dan weer de wereld van een puber die volop met groeipijnen wordt geconfronteerd en om aandacht van de moeder hengelt. Maar die aandacht komt er niet omdat de moeder te druk bezig is met zichzelf. Dit gebrek aan aandacht zal zich duidelijk reflecteren in het volwassen leven van de puber.
Offerande is een heel gevoelige en erg goed geschreven roman waarin heel duidelijk wordt hoedanig communicatiestoornissen invloed kunnen hebben op een mensenleven. De verhalenbundel Samen in een familiegraf kan men als een staalkaart van haar capaciteiten beschouwen, vermits de verhalen een grote diversiteit bezitten. het gaat hier om oude en nieuwe verhalen waarin 'contact met iemand hebben' als rode draad wordt gebruikt. Dat contact kan slechts heel even duren en soms ook tijdloos zijn. Deze vorm van contact hebben omvat heel veel. Het kan om hartsvriendinnen gaan, een ouder-kindrelatie, geliefden, en ontmoeting voor seks, vreemden die bij de eerste ontmoeting mekaars gelijken worden of ook gewoon (nou ja, bij Lydia Rood is niets echt gewoon) een telefonisch contact. De verhalen vormen echt een harmonieus geheel van emoties en moeten bij de lezer ongetwijfeld heel wat herkenbaarheid oproepen. Er zit ook heel wat autobiografisch materiaal in deze verhalen. Ook bieden sommige verhalen randinformatie bij personages uit haar andere boeken. Dit gaat zeker en vast op voor het verhaal 'De zevende zomer'. Wie het werk van Lydia Rood een beetje kent, zal hier zeker en vast het schuwe zoontje uit het boek Maureen herkennen. Het is een heel lief verhaal over een jongetje met een donkere huidskleur. Lydia Rood ontvoert het kind bijna als gezelschap voor haar dochtertje. Dit is echter een excuus voor het feit dat zij zowat het tweede kind vervangt dat zijn niet meer kan krijgen en ook omdat ze het gewoon prettig vindt om hem rond haar heen te hebben. Bij haar voelt hij zich goed, omdat zij het aangenaam vindt dat hij anders is dan haarzelf. Anders maar niet minderwaardig. Zij neemt hem overal mee naar toe, ook op verre reizen. Een donker jongetje dat gekoesterd wordt door een blank echtpaar. De situatie wijzigt als de blanke echtgenoot de deur uitgaat en er een donkere minnaar voor in de plaats komt. De man heeft een donkere huidskleur maar komt uit een ander continent en een andere cultuur. Maar voor de jongen verandert er niets aan de genegenheid binnen het gezin behalve dat als ze met zijn drietjes op stap gaan de blanke vrouw 'anders' is. De auteur weet dit ontroerend stukje multicultureel leven heel overtuigend en sober over te brengen. Een even knap verhaal rond 'anders zijn' is 'De anderen'. Hier doet de auteur erg verrassend uit de doeken hoe goed zij zich voelt tussen de daklozen uit New York en het zelfs hinderlijk vindt als de politie haar tegen wil en dank wil 'beschermen'. Maar het blijft natuurlijk niet allemaal even ernstig. Ook al slaagt de auteur er steeds opnieuw in om de ernstige dingen met de nodige humor op te smukken, ze kan ook heel grappig en uiteraard pikant uit de hoek komen. Samen in een familiegraf is een heel gave en boeiende verhalenbundel waarin de mens met alle zwakke en sterke kanten, hem nu eenmaal eigen, de held is.

Thrillers

Samen met broer Niels, dé broer die haar altijd aanmoedigde om te schrijven, vormde zij het schrijverduo Rood & Rood voor thrillers. Persoonlijk, en daar zal ik wel een grote uitzondering in zijn, hou ik niet zo erg van Amerikaanse thrillers omdat ze te gewelddadig en te opgeschroefd zijn. Britse, Franse, Spaanse, Braziliaanse en ook Nederlandse thrillers liggen me een stuk beter. Niet alle Nederlandse thrillers vind ik van een even hoog niveau maar de Nederlandse thrillers van Rood & Rood vind ik meestal wel subliem. Ik had net een James Ellroy-turf uitgegruweld toen ik kennis maakte met Eenling van Rood & Rood en dat was een ware verademing. Eenling, een ongemeen boeiende thriller rond een mannelijke tweeling, verraste mij vooral door zijn frisheid en zijn spitsvondigheid. Deze laatste eigenschappen gelden voor alle Rood & Rood-thrillers en dat doet zeker geen afbreuk aan de spanning. Lydia Rood zelf zegt daar het volgende over ('Niet geschoten, altijd raak' uit RAAK!, blz. 72): "Opgeschreven fysiek geweld is dodelijk. Een schrijver heeft het dus moeilijk wanneer geweld in zijn boeken onontkoombaar lijkt. Sommige boeken gáán nu eenmaal over geweld, misdaadromans of oorlogsdrama's bijvoorbeeld. Wat als de plot gewelddadigheid vereist? Wat moet een schrijver aan met de bloeddorst van zijn publiek? Een mogelijke manier om de lezer toch geboeid te houden, is door een verrassende uitingsvorm van agressie te kiezen." En wees er maar zeker van dat Rood & Rood aan verrassende uitingsvormen geen gebrek hebben.

Erotiek

Erotiek is voor Lydia Rood even belangrijk en gewoon als eten, drinken, slapen of schrijven. Het verruimt haar leven en pept haar op. Net als zij vind ik al die geheimzinnigheid rond erotiek onzinnig. Lectuur of beeldmateriaal over erotiek zullen niet tot misdaad aansporen maar vaak wel het gebrek eraan. Geweld of machtsmisbruik aan seks koppelen is natuurlijk een heel ander terrein, maar dan kan je ook niet meer over erotiek spreken. Baise-moi van Virginie Despentes had voor mij totaal niets met erotiek te maken maar wel alles met geweld. De verhalen uit Louter lust en Zoveel zinnen zijn pittig, soms komisch en toch opwindend. Iemand zonder erotische fantasie moet een saai iemand zijn. En die erotische fantasie weet Lydia Rood behoorlijk te prikkelen, dus kan je zonder omwegen stellen dat zij een stuk saaiheid uit de wereld bant. Zij stelt de hypocrisie rond erotiek zelf aan de kaak in het voorwoord van haar columnbundel Zij haar zin (1995): "Porno kopen we niet, en over bedgeheimen hebben we het niet, maar seks zit in elke cel van ons lichaam en vooraan in onze gedachten, als een hormonaal dictaat. Ik schrijf al jaren kinderboeken, maar zelfs van de bekroonde zijn lang niet zoveel exemplaren verkocht als van die ene bundel erotische verhalen allemaal met een cadeaupapiertje eromheen onder veel gegiechel aan een ander gegeven. Als een vrouw iemand een 'lekker ding' noemt wordt er om haar heen nog altijd een beetje geschrokken. Fantaseren doen we stiekem in een verstikkende stilte" (blz 9). De vlotheid en speelsheid die Lydia Rood gebruikt om erotiek te benaderen is vrij uniek en dat past uitstekend in heel haar werk.

Besluit

Lydia Rood is een veelzijdig en talentvol auteur die eigenlijk niet de erkenning krijgt die ze verdient. Was ze enkel jeugdauteur gebleven dan was ze nu misschien heel wat bekender geworden in Vlaanderen. Je hoort mensen nogal eens beweren: Lydia rood kan je moeilijk plaatsen. En daar wringt het schoentje juist. Alles van Lydia Rood lezen, is ook haar erotisch werk lezen en daar zijn we blijkbaar nog niet helemaal rijp voor.
In stilte hoop ik dat er eens een erotische roman of verhalenbundel van haar bekroond wordt. Wat zou dat voor een heleboel mensen een opluchting wezen. Want een bekroond werk, dat kan je toch zonder schaamrood op je wangen lezen.

Lydia Rood